Rijd je andermans auto voor werk? Zo zit het met de aftrek

Het gebruik van een auto die niet op jouw naam staat, komt vaker voor dan je denkt. Je leent de wagen van je partner, je huurt een auto voor een klus of rijdt in de auto van je ouders. Maar mag je dan eigenlijk autokosten aftrekken voor de belasting? Het antwoord hangt vooral af van de situatie: van wie is de auto, en hoe gebruik jij hem?

Leestijd: 5 minuten

Wanneer je partner de eigenaar is van de auto

Gebruik je de auto van je fiscale partner of een huisgenoot (zoals een kind dat bij je woont)? Dan ziet de Belastingdienst dit als jouw eigen auto voor de inkomstenbelasting. In dat geval geldt een vaste regeling: je mag € 0,23 per zakelijke kilometer aftrekken. Daarbovenop mag je geen andere kosten aftrekken, zoals brandstof, verzekering of reparaties. De kilometervergoeding is dus het maximum.

Als ondernemer komt er veel op je af. Fijn om te weten dat je ook deze adviseur direct een vraag kunt stellen. Bezoek de pagina en post vrijblijvend je bericht!

Wat als je rijdt in de auto van een vriend of familielid?

Leen je incidenteel of regelmatig een auto van iemand buiten je huishouden, zoals een vriend, buurman of tante? Dan gelden er andere voorwaarden. Alleen de kosten die jij zelf betaalt én kunt aantonen zijn eventueel aftrekbaar. Denk aan brandstof of parkeerkosten die je voor een zakelijke afspraak maakt. Maar de kosten moeten wel redelijk zijn en zakelijk onderbouwd.

De Belastingdienst kijkt streng naar bewijs: zonder bonnen of facturen loop je het risico dat aftrek wordt geweigerd. Het is dus belangrijk om vast te leggen welke kosten jij betaalt en wanneer je de auto zakelijk hebt gebruikt.

Huur je een auto van een verhuurbedrijf?

Als je voor je onderneming een auto huurt bij een autoverhuurder, dan zijn de kosten aftrekbaar mits je de auto alleen voor werk gebruikt. Denk aan een bestelwagen voor een project of een tijdelijke auto voor zakelijke afspraken. De factuur van het verhuurbedrijf is dan je bewijs.

Let op: gebruik je de huurauto ook privé, dan moet je een correctie maken voor het privégebruik. Alleen de zakelijke kilometers tellen mee voor aftrek.

Wat als je een auto huurt van een kennis?

Je mag een auto ook huren van een particulier, zoals een vriend of buur. Maar dan gelden aanvullende regels. Je moet aantonen dat je echt een zakelijke vergoeding hebt betaald, tegen een gebruikelijke prijs. Ook hier geldt: je hebt bewijs nodig van de betaling én het zakelijke karakter van de rit.

Betaal je een symbolisch bedrag of is er geen overeenkomst? Dan beschouwt de Belastingdienst het meestal als lenen in plaats van huren, en dan zijn de kosten niet aftrekbaar.

Privé huren, zakelijk rijden? Dan geldt de kilometervergoeding

Heb je privé een auto gehuurd en gebruik je die voor zakelijke ritten? Dan geldt er een aftrekbeperking. Je mag dan alleen € 0,23 per zakelijke kilometer aftrekken, ongeacht wat je daadwerkelijk hebt uitgegeven aan de huur of benzine.

Dit bedrag geldt als maximum en is bedoeld als eenvoudige regeling voor incidentele situaties. Zorg wel dat je rittenadministratie klopt: noteer de data, bestemmingen en het zakelijke doel van elke rit. Daarmee bewijs je dat de kilometers zakelijk waren.

Houd altijd je ritten bij

In alle gevallen waarin je een auto gebruikt die niet van jou is, blijft het belangrijk om goed bij te houden wanneer je hebt gereden, met welk doel, en hoeveel kilometers. Een sluitende rittenadministratie is niet verplicht, maar maakt het voor jou en de Belastingdienst wél veel duidelijker.

Gebruik hiervoor een spreadsheet of een app, zolang je maar de zakelijke aard van de ritten kunt aantonen. Zonder goed overzicht vervalt je recht op aftrek.

Samengevat: aftrek alleen met bewijs en duidelijke regels

Of je nu rijdt in de auto van je partner, een vriend of een gehuurd voertuig, je mag kosten alleen aftrekken als je kunt laten zien dat:

• de ritten zakelijk waren;
• jij de kosten hebt betaald;
• je voldoet aan de regels voor jouw specifieke situatie.

De algemene vuistregel: alleen zakelijke, aantoonbare en redelijke kosten komen in aanmerking.